PAUL BRANTON - IN THE DISTANCE

Het wordt stilaan een echte schatkamer, daar in Ontario, Canada, bij de mensen van het van oorsprong Perzische Pardis Records. Nadat we in de voorbije weken CD’s op de plank kregen met werk van Behzad Abdi en Mohammad Mo’Tamedi, is er nu “In the Distance”, met composities van de Australiër Paul Branton. Die schreef een -zijn eigen woorden- anthologie voor Robab en Strijkersensemble, waarbij u natuurlijk vooraf wil weten wat in hemelsnaam een Robab is.

Wel de Robab -hij wordt ook wel eens rubab of rabab genoemd, dat krijg je als je talen met weinig klinkers naar de Westerse wil omzetten- is een aan de luit verwant instrument, dat van oorsprong Afghaans is, maar in de loop der tijden over heel grote delen van Azië verspreid heeft. Het is één van die instrumenten, waar een beperkt aantal “leidende snaren” samengaan met één of meerdere “drone-snaren, die een soort begeleidend gezoem genereren en aangevuld worden met 5 tot zelfs 15 “sympathetic”-snaren, snaren dus, die gelijkluidende of minstens harmoniërende tonen genereren, te vergelijken met onze twaalfsnarige gitaar.

De Iraanse solist Ali Tavakoli, die ook zelf zijn instrumenten bouwt, wordt hier omringd door een kwartet van viool, altviool en cello, heel af en toe minimaal aangevuld door bijzonder eenvoudige percussie en, net zoals dat de bedoeling was met de Behzad Abdi-CD’s, werd er bij deze plaat van uit gegaan dat het moest mogelijk zijn de klank van dat eeuwenoude folk-instrument te verzoenen met “echte” instrumenten uit wat wij de “klassieke muziek” noemen. Als je, zoals self-made componist Branton, over een geweldig stel oren beschikt en over voldoende techniek om de dingen die je wil horen ook effectief in partituur om te zetten, dan krijg je verrassende vormen en gradaties van schoonheid.

De plaat, zo’n kleine 43 minuten lang, bevat zeven heel knap uitgewerkte passages, die zo op de soundtrack van een nog te draaien zouden kunnen en waarin heel mooi de typerende klank van de Robab verweven wordt met onze klassieke snaren. De trilogie van Pardis begint op die manier stilaan een heel belangrijk medium te worden, waarmee die twee muzikale werelden verzoend kunnen worden, temeer omdat het hier niet gaat om bewerkingen van klassieke stukken uit de folk, maar om nagelnieuw werk. Dat levert heel mooie momenten op, die (nog maar eens) duidelijk maken dat muziek zich niet aan grenzen houdt en dat je misschien bepaalde instrumenten niet of nauwelijks kent, maar dat ze toch wel allemaal dezelfde taal spreken. De taal van wat mensen raakt en dàt is dan weer iets waar evenmin grenzen aan zitten. We leven allemaal van en met emoties en ook deze plaat is daarbij een heel mooie soundtrack!

(Dani Heyvaert)

 


Artiest info
Website  
 

label: Pardis Records
distr.: Xango

video